Een plek voor onze geliefde dieren, die niet meer samen zijn met ons en het aardse bestaan hebben verlaten, maar welke zich bevinden op een mooie plaats aan de andere kant van de regenboogbrug.
Vlak bij de toegang tot de hemel is een plek die de regenboogbrug wordt genoemd. Het is een plek met wijdse grasvelden en heuvels voor al onze geliefde dierenvrienden, waar ze samen kunnen rennen en spelen. Er is altijd eten en water in overvloed en het is er altijd heerlijk zacht lenteweer. Elk geliefd dier wacht bij zijn dood een warm welkom bij de regenboogbrug. Zieke of oude dieren worden er weer gezond en vitaal. Bij de regenboogbrug zijn ze verlost van alle ziektes, wonden en verminkingen die ze op aarde hebben opgelopen en worden weer de jonge, gezonde gelukkige dieren die wij, hun baasjes, in ons hart en onze herinnering meedragen. Toch ontbreekt er iets aan dit ogenschijnlijk volmaakte geluk van de dieren die bij de regenboogbrug wonen: de innig geliefde mens met wie ze met hart en ziel verbonden zijn en die ze achter moesten laten op aarde.
Maar soms stopt één van hen ineens met spelen en staart in de verte, met heldere, verlangende ogen en een lichaam dat trilt van geluk en enthousiasme. Hij maakt zich los van de groep en zet het op een rennen, sneller en sneller, tot zijn poten de grond nauwelijks nog raken. Hij heeft jou in het oog gekregen, de mens op wie hij al die tijd heeft gewacht, en als je je geliefde kameraadje in de armen sluit en omhelst, weet je dat deze hereniging voor eeuwig is. Je tranen van geluk worden liefdevol van je gezicht gelikt, je handen aaien het geliefde koppie en knuffelen het vertrouwde lijfje van je lieve huisvriendje, die je zo lang hebt moeten missen maar die je altijd in je hart hebt meegedragen. Dan steken jullie samen de regenboogbrug over, om nooit meer gescheiden te worden.
(Auteur Paul C. Dahm)